Nierproblemen en struviet zijn twee aandoeningen die lastig gelijktijdig zijn aan te pakken. Dit komt omdat anti-struvietdiëten de urine verzuren en dit is bij nierpatiënten ongewenst. Nierpatiënten kunnen minder goed het zuur-base evenwicht in het lichaam reguleren. Wanneer een urineverzurend dieet of supplement wordt gegeven, zijn de nieren van het dier niet in staat de pH van het bloed voldoende omhoog te brengen, wat tot acidose (bloedverzuring) kan leiden. Op lange termijn kan acidose gezondheidsproblemen veroorzaken. Om acidose te voorkomen, hebben nierdiëten juist vaak een licht verhogende werking op de urine-pH. Dit vergroot echter de kans op de vorming en het neerslaan van struviet.
Bij patiënten met nierproblemen en struviet moet er worden gekozen uit twee kwaden. Hierbij gaat de prioriteit naar nierfalen, omdat dieren met deze aandoening uitsluitend met een nierdieet kunnen worden ondersteund. Struviet kan worden voorkomen door de urine te verzuren én door het urinevolume te vergroten. Omdat dieren met nierproblemen minder goed het zuur-base evenwicht kunnen reguleren, is het vergroten van het urinevolume de enige optie voor het voorkomen van struviet. Wij raden aan om dieren met deze twee aandoeningen de natvoedingvariant van een nierdieet voor te schrijven. Op deze manier worden de nieren minimaal belast en wordt de urine verdund, waardoor struviet minder snel wordt gevormd.