Kleine herbivoren zijn erg gevoelig voor ziekten. Door pijn en ongemak stoppen ze vaak met eten. In dat geval kunnen ze al na 24 uur in een kritieke fase komen, zoals onderkoeling en shock. Blijven eten is voor deze dieren daarom van levensbelang.
Een herstelvoeding is een belangrijk onderdeel van de behandeling. Kritieke patiënten stoppen vaak met eten terwijl zij juist meer voedingsstoffen nodig hebben om te kunnen herstellen. Niet eten veroorzaakt een vertraagde wondgenezing, verminderde weerstand en verstoorde orgaanfuncties, met als gevolg een verhoogd infectierisico. Aangepaste voeding kan ondersteunen in het herstel.
Toedienen van herstelvoeding is niet altijd even gemakkelijk, omdat de patiënt verzwakt is en de situatie stress veroorzaakt. Herstelvoeding wordt hierdoor vaak geformuleerd om goed op te kunnen lossen in water, zodat deze met een spuitje kan worden toegediend.
Er is een groot verschil tussen ‘gewone’ voeding en herstelvoeding. Het is dan ook aan te raden altijd herstelvoeding in te zetten bij kritieke patiënten, in plaats van ‘gewone’ voeding of een fruithapje.